
Spreekwoorden: (1914)
Geld bij de visch!d.w.z. dadelijk, contant betalen, boter bij de visch (zie n<sup>o<-sup>. 324). In de 17<sup>de<-sup> eeuw was deze zegswijze bekend, zooals blijkt uit Coster 33, vs. 707:
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Geld bij de visch!d.w.z. dadelijk, contant betalen, boter bij de visch (zie n<sup>o<-sup>. 324). In de 17<sup>de<-sup> eeuw was deze zegswijze bekend, zooals blijkt uit Coster 33, vs. 707:
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.